Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En zij [29]maakten een verbintenis tegen hem te Jeruzalem, dat hij vluchtte naar Lachis; maar zij zonden hem na tot [30]Lachis, en doodden hem aldaar. 29. Te weten, in het vierde jaar na den dood van Joas, of van de regering zijns zoons Jerobeam. 30. Een stad, gelegen in de westpale van den stam van Juda. Zie van dezen Joz.10:31, en Joz.15:39.